Uitvoermogelijkheden

Parent Previous Next

De belangrijkste reden voor het registreren van genealogische gegevens is natuurlijk om deze op diverse manieren te kunnen presenteren.
Er is een aantal soorten uitvoer mogelijk:


Genealogie, uitgebreide genealogie en parenteel

Stamreeks, stijgend of dalend

Matrilineaire reeks, stijgend of dalend

Kwartierstaat

GEDCOM-bestand met alle personen en relaties in een familie

GEDCOM-bestand met alle personen en relaties in een dossier

Personen van de personenlijst

Personen van de onthoudenlijst

Een lijst van alle plaatsen

Een gezinskaart

Een naamlijst van alle personen uit alle families in het dossier


Naast soorten documenten is er ook een keuze uit uitvoermedia:


naar het scherm

in bestanden met RTF-formaat, voor MS-Word,  voor OpenOffice (of LibreOffice), voor PDF-formaat, voor WWW (HTML) en voor ebooks

in GEDCOM-bestand

naar statistiek

naar schema

naar spreadsheet (EXCEL of CALC)

naar de personenlijst

naar Genealogie Online


Niet ieder uitvoermedium is geschikt voor iedere soort uitvoer. Ook zijn voor elk van deze soorten uitvoer en media opties in te stellen.

Deze worden ingesteld op het uitvoerscherm:



In het scherm zijn de volgende delen te onderscheiden:

1.   De soort uitvoer, het Wat?
2.   Het uitvoermedium en de uitvoermap, het WaarHeen?
3.   De instellingen, Opties
4.   De gegevens voor de nummering, Parameters
5.   De privacy-instellingen, Privacy
6.   De sjablooninstellingen, Sjablonen
7.   De voortgangsrapportage, Status

8.   De besturingsknoppen

Om met het toetsenbord snel te kunnen navigeren binnen het uitvoerscherm zijn de volgende sneltoetsen bruikbaar:

Alt-W

gaat naar de uitvoersoorten (Wat?)

Alt-H

gaat naar de uitvoermedia (WaarHeen?)

Alt-O

gaat naar de Opties

Alt-P

gaat naar de Parameters

Alt-V

gaat naar Privacy


Kort zullen elk van de delen van het uitvoerscherm worden besproken.


1. De soort uitvoer

De soorten genealogie, parenteel en kwartierstaat worden bekend verondersteld. De uitgebreide genealogie is een 'normale' genealogie in mannelijke lijn, uitgebreid met huwelijken en kleinkinderen van dochters van mannelijke personen in de lijn.

De stamreeks of de matrilineaire reeks kan stijgend zijn: d.w.z. de proband staat bovenaan de reeks, of dalend: de proband staat onderaan de reeks.

Alle personen en relaties in een familie of een dossier kunnen worden uitgevoerd in een GEDCOM-bestand. Dit is nuttig voor kopieën en voor uitwisseling met anderen.

De personenlijst kan worden uitgevoerd als b.v. het resultaat van een selectie. In deze lijst wordt voor ieder persoon zijn persoonlijke gegevens als ook zijn relatiegegevens opgenomen.

Een meer willekeurige lijst kan worden uitgevoerd, door alle personen die op de onthoudenlijst staan uit te voeren. Omdat de inhoud van de onthoudenlijst vrij is samen te stellen, is de uitvoer van deze lijst ook verregaand aan eigen wensen aan te passen.

De plaatsenlijst geeft van alle plaatsen in alfabetische volgorde het plaatsnummer, de naam, de provincie en het land.

De gezinskaart is bedoeld als werkdocument. De inhoud is vast en wordt niet beïnvloed door een Geneaal-sjabloon.

De naamlijst wordt afgeleverd op het scherm. Deze is natuurlijk wel op te bergen als RTF-bestand. De naamlijst is handig om vergelijkingen te maken met in tijdschriften gepubliceerde indexen.

2. Het uitvoermedium en de uitvoerparameters

De mogelijk uitvoermedia worden elk apart besproken:
a. Naar scherm
b. In RTF-bestanden en bestanden voor MS-Word, OpenOffice, PDF, HTML, HTML-mob en ebook/iBook
c. In GEDCOM-bestand
d. Naar statistiek
e. Naar schema
e. Naar spreadsheet
f.  Naar personenlijst
g. Naar Genealogie Online


Bij sommige uitvoermedia zijn uitvoerparameters nodig. Deze betreffen:
Uitvoermap: Bij uitvoer naar bestanden moet GENEAAL weten waar deze bestanden moeten worden opgeborgen. Er is een uitvoermap voor elke soort uitvoer.
Alles in één uitvoerbestand: Wanneer meer dan één generatie moet worden uitgevoerd, kan men soms kiezen voor alles in één bestand te schrijven. Wordt dit niet aangevinkt dan worden er evenveel uitvoerbestanden aangemaakt als er generaties worden doorlopen.

3. De instellingen of opties

Bij het genereren van uitvoer kunnen diverse opties worden gezet:
a.  Zie: beschrijving van de opties
b.  Zie: beschikbaarheid van de opties voor de verschillende uitvoervormen en media.

4. De parameters (gegevens voor de nummering)

Beginnen bij: Geef hier aan met welk rangnummer de genealogie, de parenteel of de kwartierstaat moet beginnen.
N.B. Hier moet het rangnummer binnen de familie worden geven, dus het tweede deel van het persoonsnummer.
Voorbeeld: als het persoonsnummer: 2:235 is, dan is het rangnummer 235.
Overigens wordt automatisch het rangnummer van de thans voorliggende persoon in gevuld.

Nummer relatief: Normaal wordt een genealogie of een parenteel genummerd vanaf de stamhouder: de eerste generatie krijgt nummer I, enzovoort. Binnen de generaties wordt 'genummerd' met letters.
Deze methode wordt bij relatieve nummering ook gebruikt wanneer men een stuk genealogie uitvoert, waarbij het beginnummer niet het nummer van de stamhouder is.

Wanneer echter het vakje met nummer relatief niet is aangevinkt dan wordt, wanneer niet begonnen wordt met generatie 1, toch genummerd alsof er wel met de stamhouder in generatie 1 is genummerd. Uiteraard moet wel het nummer van de stamhouder in het vak stamhouder(s) ingevuld zijn!

Stamhouder(s):In dit vak wordt aangegeven waar de genealogie of het parenteel mee begint. Ook hier een rangnummer invullen.

N.B. De ingevoerde gegevens over de stamhouder(s) worden alleen gebruikt wanneer er niet-relatief wordt genummerd!

Het is mogelijk om meer dan één stamhouder aan te geven voor genealogie,en parenteel. Wanneer meer stamlijnen bijgevoegd moet worden, dan kan men deze als volgt opgeven :

      s;s2,g2;s3,g3 ....

(Hierbij staat s voor rangnummer eerste stamhouder en s2 voor rangnummer tweede stamhouder en g2 voor de generatie waar de tweede moet worden ingevoegd; s3 voor rangnummer derde stamhouder en g3 voor de generatie waar de derde  stamhouder, etc):

N.B. Dit betekent dat een tweede of volgende stamlijn alleen kan worden ingevoegd bij niet-relatieve nummering. Tevens dient het vak Beginnen bij leeg te worden gelaten.

5. Privacy

Er zijn drie mogelijkheden:
1. Automatisch: geen datums (Dit is de optie die ook in vroege versies van GENEAAL aanwezig was. Daar werd deze genoemd: Rekening houden met privacy)
Wanneer deze optie is gekozen, worden van personen die mogelijk nog leven, geen geboorte-, doop-, ondertrouw-, huwelijks- of scheidingsdatums vermeld. In plaats hiervan wordt de tekst opgenomen die kan worden ingesteld met de Bijzondere functies, knop Tekstdelen wijzigen, onder Geh.Datum.

N.B. Er wordt bij deze mogelijkheid geen rekening gehouden met de opgegeven privacy bij de betreffende persoon en deze instellen geldt dus voor elk persoon!

2. Privacy-aanwijzingen volgen Hierbij wordt uitgevoerd naar gelang de opgegeven privacy bij de betreffende persoon.

2. Privacy-aanwijzingen negeren Hierbij wordt uitgevoerd zonder rekening te houden met de opgegeven privacy bij de betreffende persoon.

3. Privacy-aanwijzingen aanpassen Voor elke privacy-waarde kan worden opgegeven hoe daarmee te handelen.
Hiermee kunnen de opgegeven aanwijzingen worden overruled.

Privacy-aanwijzingen worden alleen gebruikt voor de genealogie, uitgebreide genealogie en parenteel.

6. De sjablonen

Geneaal gebruikt drie soorten sjablonen: Geneaal-sjablonen voor de inhoudelijke teksten, MS-WORD-sjablonen voor de pagina-opmaak van het Word-document en OpenOffice-sjablonen voor de opmaak van het OO- en PDF-document.

Deze sjablonen kunnen o.a. ingesteld worden via Bijzondere functies. Voor het overzicht worden de instellingen hier vermeld. Via de knop in het sjabloonvak kunnen ook vanaf deze plaats de sjablonen worden ingesteld:



Kies de gewenste sjablonen en druk op de Uitvoerenknop of de Sluitknop. Let wel: bij het gebruik van de Sluitknop worden de ingestelde waarden niet overgenomen.

N.B. De sjablonen van Versie 6,7 en 8 zijn niet compatibel met die van versie 9. Standaardsjablonen van versie 9 hebben namen die eindigen op een '9'.

Voor verdere informatie zie de Help van Sjabloontester.


7. De voortgangsrapportage

In dit vak wordt gerapporteerd hoeveel personen en generaties  er zijn in de in behandeling zijnde familie, hoe het uitvoerproces verloopt,  e.d.

8. De besturingsknoppen

Er zijn de bekende standaardknoppen, zoals Afbreekknop, Uitvoerenknop en Klaarknop.
Daarnaast is er nog de knop Bewaren parameters   .
Deze knop maakt het mogelijk om alle ingestelde parameters en waarden van het uitvoerscherm te bewaren, zodat zij de volgende keer weer beschikbaar zijn. Voor elke soort uitvoer wordt de bijbehorende set parameters bewaard.