Uitvoer naar GEDCOM-bestand

Parent Previous Next

Alle uitvoer in GEDCOM-formaat gaat altijd in één bestand, wat wordt opgeslagen in de aangegeven uitvoermap. Wat in GEDCOM wordt uitgevoerd door GENEAAL, wordt ook zo weer ingelezen door GENEAAL dat de alle uitgevoerde gegevens van personen en relaties weer exact gelijk zijn aan de uitgevoerde. Zie ook: inlezen van GEDCOM-bestanden.


Als uitvoerparameter moet de uitvoermap worden ingevuld. Hiervoor is het vak Uitvoermap. Type hierin de aanduiding van de map. Wanneer er niets is ingevuld, vult GENEAAL zelf een map in (Mijn Documenten resp. My Documents).

Onder Opties kan gekozen worden voor alleen basisgegevens voor GEDCOM. In dit geval worden specifieke GENEAAL-gegevens niet meegenomen in de uitvoer. Dit kan compatiliteitsproblemen bij de uitwisseling met andere programma's voorkomen of verkleinen.

Ook kan worden ingesteld met extra velden. Dit heeft alleen zin wanneer het GEDCOM-bestand weer door Geneaal moet worden in gelezen. Andere genealogieprogramma's kunnen deze velden niet inlezen.

TIP:
Zie Bijzondere Functies, instellen uitvoerparameters GEDCOM voor het instellen van algemene parameters (zoals adresgegevens) van de GEDCOM-uitvoer.


N.B. Het geschreven GEDCOM-formaat is volgens de standaard 5.5. Daar deze standaard niet alle gebruikte gegevenssoorten van GENEAAL kent, moeten speciale constructies worden gebruikt. Dit doen ook alle andere genealogische programma's. Bij het inlezen van GEDCOM-bestanden kan dit dus problemen opleveren omdat alle genealogische programma's niet alle extra constructies van alle andere programma's beheersen.