Declaratie- en specificatietypen
Declaraties, globale variabelen
Declaratie- en specificatietypen
Opmerking: |
- |
Voorbeelden: |
numberlist[100] |
Opmerking: |
Bij een lijsttype geeft het getal aan hoeveel getallen of tekenrijen er in de lijst kunnen worden opgeborgen. De elementen uit een lijst worden achtereenvolgens genummerd van 1 tot en met de waarde van het "getal". |
Voorbeelden: |
stringlist[2000] |
Zie ook: getal, basistype, lijsttype
Declaraties, globale variabelen
Opmerking: |
Wanneer er meer dan één naam wordt gebruikt, gescheiden door een komma, krijgen alle namen het type zoals dat achter de ":" is vermeld. |
Voorbeelden: |
Getal: number i,j:number Naam: string |
Opmerking: |
Wanneer er meer dan één naam wordt gebruikt, gescheiden door een komma, krijgen alle namen het type zoals dat achter de ":" is vermeld. |
Voorbeelden: |
Getal: numberlist[99] g,h:number Namen: stringlist[10] |
Opmerking: |
Globale variabelen kunnen dus leeg zijn, d.w.z. ze komen niet voor. Variabelen in een globalvars-sectie kunnen overal in het programma worden gebruikt. |
Voorbeelden: |
globalvars Voornaam: string; Aantal: number; Achternamen: stringlist[1000]; |
Zie ook: naam, basistype, declaratietype
Opmerking: |
Formele parameters worden tijden de functie-aanroep vervangen door de waarden die in de functieaanroep worden meegegeven. Met deze waarden worden de opdrachten in de functie uitgevoerd.
|
||||||||||||||
Voorbeelden: |
a,b: stringvar; c: stringlist; d,e: number |
Opmerking: |
De naam is dus de functienaam, die ook bij de functieaanroep wordt gebruikt. De formele parameters kunnen leeg zijn. |
Voorbeelden: |
Telop(Van, Naar: number) Sorteer(L: stringlist; Aantal: numbervar) Bewerken( ) |
Opmerking: |
Locale variabelen zijn vergelijkbaar met globale variabelen. Er zijn twee uitzonderingen op deze vergelijking: 1. de locale variabelen zijn alleen bekend in de functie waarbinnen zij gedeclareerd zijn. 2. als locale variabelen kunnen alleen variabelen van een basistype worden genoemd, dus geen lijsten. |
Voorbeelden: |
localvars s: string; i: number; |
Opmerking: |
Elke functie heeft een resultaat: dit is een waarde van een basistype, dus een tekenrij (string) of een getal (number). Deze waarde wordt gevuld met behulp van de resultaat-opdracht. Wanneer er in de functie geen resultaat-opdracht voorkomt wordt de waarde van de functie '' (lege tekenrij) resp. 0. |
Voorbeelden: |
function PlakAanElkaar(a, b: string): string beginfunc result a ++ b; endfunc |
Zie ook: naam, specificatietype, basisdeclaratie, basistype, opdracht
Created with the Personal Edition of HelpNDoc: News and information about help authoring tools and software